Zompige moerassen en vennen, uitgestrekte heidegronden en spiegelende wijers bedekten voor de ontdekking van steenkool in 1901 het grootste deel van Genk. De ongeschonden natuurpracht lokte vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw honderden landschapsschilders uit binnen- en buitenland naar de uitgestrekte Kempische gemeente. Genk werd samen met Tervuren, Anseremme, Knokke en Kalmthout één van de meest geliefde kunstenaarsdorpen van het land. Anna Boch, Emile Claus, Theo van Rysselberge, Joseph Coosemans, Emile Bernard, Alphonse Asselbergs en vele anderen waren graag geziene gasten in Hôtel de la Cloche, en later Hôtel des Artistes. In het kielzog van de schilders volgden schrijvers als Neel Doff, Prosper van Langendonck en Emile Verhaeren, botanici, archeologen en horden toeristen. De hotelindustrie boomde en Genk promootte zichzelf als groen oord van rust en land van dromen.
Ontdek het vergeten en unieke verhaal van een Kempens boerendorp dat vanaf 1850 uitgroeide tot een artistieke broeihaard en een toeristische trekpleister, vooraleer de steenkoolindustrie de schilders voorgoed van de heide zou verjagen.
Genk door schildersogen. Landschapsschilders in de Limburgse Kempen (1850-1950)
Kristof Reulens
met bijdragen van Jos Geraerts, Dirk Lauwaert & Eline Sciot.
2010, Davidsfonds
ISBN 9789058267498
Hardback, 256 blz.
€ 25,00
(verzendkost € 6,50)
Verkrijgbaar in de boekhandel, in de museumshop, of via onderstaande link
BESTELLEN (inclusief € 6.50 voor thuisbezorging in België/Nederland)