#91 - 'n Eminent fotograaf

Vele Genkenaren herinneren zich misschien nog fotozaak Bögemann, die tot voor enkele jaren in de Molenstraat lag. Maar wist je dat deze zaak de naam droeg van een Nederlandse fotograaf die in 1927, na een tussenstop in Rekem, in Genk belandde? Willy Bögemann (1884-1945) was misschien niet de eerste professionele fotograaf die er zich vestigde - in dezelfde periode fotografeerden ook onder andere Albert Laskiewicz en Arthur Tielens in Genk - maar zijn naam heeft tot vandaag zeker de meeste weerklank.

Bögemann zette zijn fotozaak op aan de Weg naar As, vlakbij Hôtel de l’Industrie, op een boogscheut van het station in het centrum van het dorp. Op een oude postkaart uit de collectie van het Emile Van Dorenmuseum zie je duidelijk het uithangbord van zijn fotowinkel hangen. Later verhuisde de zaak naar de Statiestraat.

Voor wie de vele postkaarten bekijkt die er van Genk gemaakt zijn in de loop van de 20e eeuw stoot zeker ook op de naam van Bögemann als fotograaf. Hij maakte onder andere een reeks foto’s in opdracht van Hôtel de la Cloche, die gebundeld werden in een postkaartenboekje. Vermoedelijk boden ze dit te koop aan voor de toeristen die in het hotel verbleven. Naast enkele zichten van het hotel zelf, zowel binnen als buiten de muren van het statig witte pand aan de Stationsstraat, werden ook een aantal landschapszichten opgenomen in de reeks postkaarten. Op eentje ervan, met de titel “Vue sur Genck – Zicht op Genck” figureerden enkele dochters van de fotograaf. Ze kijken uit over het dorpscentrum met het herkenbare silhouet van de Sint-Martinuskerk.

Bögemann werkte ook als reportage- en persfotograaf. Zo maakte hij een reeks foto’s van de begrafenis van de dodelijke slachtoffers van de grote mijnramp in de steenkoolmijn van Waterschei in 1929. Ook tal van festiviteiten in Genk legde hij vast op de gevoelige plaat. Zijn foto’s laten ook zijn artistieke ambities zien, die hij onder andere toonde op een fototentoonstelling in het gemeentehuis van Genk in 1933. Een artikel in het tijdschrift van Heemkring Heidebloemke, geschreven door Alex Marut, neemt hierover een krantencitaat op.

“Wat de photographische afdeeling betreft, hier heeft de heer Bögemann zulk ’n kwantiteit en kwaliteit van stillevens, portretten, zichten, enz… geëxposeerd, dat het onbegonnen werk is dat hier allemaal te recenseren. Men kan merken dat de h. Bögemann ’n eminent fotograaf is, die in diverse genres moeilijk een knapper rivaal zal ontmoeten.”

Zijn foto’s vonden door hun kwaliteit hun weg naar dagbladen en tijdschriften. Zo zien we op de cover van de februari-editie van het tijdschrift Touring Club de Belgique in 1939 een winters zicht op Genk van zijn hand.
Bögemann lijkt ook actief geweest te zijn binnen de VTB-afdeling van Genk. Hij was één van de ijveraars voor een openluchtzwembad in Genk die de toeristische aantrekkelijkheid ervan moest vergroten.

Helaas is er, voor zover we weten, van het fotoarchief van Bögemann weinig bewaard, maar in de museumcollectie bewaren we enkele originele afdrukken, door hem gesigneerd, o.a. van het Kozenhuisje in de sneeuw. Ook een grote afdruk van een portretfoto van priester-dichter Jan-Mathijs Winters bewaren we in ons depot. Bögemann was goed vertrouwd met de literaire wereld in Limburg en had nauwe contacten met enkele schrijvers. Hierdoor werd ook hij de geknipte persoon bevonden om de laatste portretfoto van de gevierde priester-dichter te maken. Dit gebeurde op aangeven van pastoor Jozef Geurts, die Winters kon overtuigen. Het portret toont hem als een oude man, zittend aan een schrijftafel met enkele boeken en met de pen in de hand. De foto zou gemaakt zijn in de Salvatorkliniek in Hasselt. Niet lang daarna zou Winters er overlijden en verscheen de portretfoto in tal van kranten, die het overlijden van de priester-dichter aankondigden.