#80 - Meester van de Kempen

In de geschiedenis van Genk als een station d’artistes kwamen en gingen vierhonderd, en misschien wel meer, kunstenaars en fotografen. Maar weinigen bleven zo trouw aan het Kempische landschap in het hart van de Limburgse Kempen als Emile Van Doren (1865-1949).
Landschapschilder Emile Van Doren zette zijn schildersezel op in de groene rand rond Brussel, aan de Belgische kust en aan de oevers van de Schelde, in Zeeland en in Brugge. Maar als jonge kunstenaar al veroverde de Kempen zijn kunstenaarshart. Hij verliet hiervoor zijn geboortestad Brussel en bleef de natuur in en rond Genk de rest van zijn leven met volle overgave op doek vertalen. De laatste dertig jaar van zijn leven deed hij niets anders meer. Hij kreeg dan ook de titel “Meester van de Kempen”, die hij soms moet delen met zijn grote voorbeeld Joseph Coosemans (1828-1904) en die ook Ludovic Janssen (1888-1954), zelf dan weer een groot bewonderaar van Emile Van Doren, soms toebedeeld krijgt.

De toenmalige kunstpers wist het ook. We citeren er enkele.

"Meneer Van Doren brengt ons meteen te midden de Kempen. De schilder gaat helemaal op in dit rustige gebied, vol mysterie, met transparante en stille lagunes, met wijde einders doorkruist door heide en sombere bosjes dennen. Er gaat van dit werk een grenzeloze charme en poëzie uit.(…) Meneer Van Doren is werkelijk de schilder die verliefd is op deze woeste hoek van ons land en zijn werken laten een vreemd gevoel van kunst en poëzie zien, die een gewetensvol kunstenaar verraadt, verliefd op de natuur.”

"Meneer Emile Van Doren houdt ervan om zijn schildersezel neer te zetten in de eenzaamheid van de Kempische vlakten. Hij weet met een imposante kracht de tragiek van deze dorre contreien neer te zetten. U moet zijn getormenteerde luchten zien, die zich spiegelen in het mysterieuze water van de moerassen; zijn schrale bomen die zich onder de herfstwind krommen; de poëtische bruutheid van zijn heide in bloei. U zal zijn soepele beheersing van het penseel bewonderen, gewoon aan moeilijke opdrachten, net zoals de charme van de behendige opmaak van zijn doeken. Daar tegenover zou men hem de monotonie in de herhalingen van sommige landschappen kunnen verwijten."

Zijn gebondenheid aan de Kempen was zo overduidelijk, dat bij een tentoonstelling in Luik in 1909 de recensent van de krant La Meuse zijn uitstappen naar andere landschappen zelfs als “ontrouw aan zijn Kempen” bestempelde.

Maar ontrouw was hij ‘zijn’ landschap nooit. Hij beet er zich in vast en groeide uit tot de kunstenaar "die het Kempische landschap sinds meer dan een halve eeuw met almaar meer diepgang interpreteert.” En hoewel verschillende critici de volledige onderdompeling van Emile Van Doren in dat Kempenlandschap als een zwakte beschouwden, maakt het tegelijkertijd ook zijn sterkte uit. Deze gebondenheid liet hem toe de Kempen intiem te leren kennen, de schoonheid en diepgang ervan te vatten, in wisselend seizoen en almaar veranderend licht.

"Eén van de belangrijkste aantrekkingskrachten van de tentoonstelling van Meneer Van Doren ligt in de verscheidenheid. De Kempen is zijn favoriete plek. Hij heeft ze in alle richtingen doorkruist, hij heeft ze op elk moment van de dag gezien, in al zijn aspecten, en hij geeft ons haar schoonheid terug, haar melancholie en vreugde met de tederheid van één van zijn zonen, met de behendigheid van een kunstenaar die ontroerd is en zeker van zijn vak.
Zijn landschappen (…) tonen ons de Kempen in de meest diverse aspecten, op het moment dat de zon de heide oplicht, dat de zon achter zware, grijze wolken schuilgaat of als ze ondergaat in de schittering van de avondschemering, met een purperen horizon. Hij toont steeds weer de wijde vlakte met stilstaande plassen, bezaaid met roodachtige brem of met schriele berken, steeds in verschillend licht of schaduw die de vlakte keer op keer laat glimlachen of ernstig laat lijken. (…) Meneer Van Doren voelt het landschap heel goed aan. Zijn composities zitten vol details, zijn coloriet is fel en warm. In al zijn werken schuilt een sterk gevoel van poëzie en emotie.”