#77 - Natuurbescherming anno 1912

De Kempen was niet alleen bij schilders en schrijvers geliefd. Ook natuurwetenschappers trokken er vaak en graag naar toe. Vooral vanuit botanisch oogpunt waren de Genkse moerassen en vijvers een ware schatkamer. Sinds de oprichting van de Sociéte de botanique de Belgique in 1864 kwam het genootschap dan ook met regelmaat op plantenjacht waarbij onder andere de stekelbiesvaren en waterlobelia op het verlanglijstje stonden.

Een van de bekendste botanisten die in Genk actief was, is Jean Massart (1865-1925), professor botanie aan de Brusselse universiteit en lange tijd conservator van de Nationale Plantentuin van Meise. Hoewel Jean Massart in eerste instantie een natuurwetenschapper was, had hij duidelijk ook een oog voor de schoonheid van het landschap. De foto’s die hij maakte voor de tweedelige publicatie ‘Les aspects de la végetation en Belgique’ zijn hiervan het bewijs. De grote platen die hierin afgebeeld waren bevatten niet alleen de mooie foto’s – met ook een heel aantal Genkse landschapszichten – maar zijn ook als wetenschappelijke bron interessant. Ze bevatten namelijk ook de coördinaten waardoor je dezelfde plek ook vandaag nog kan opzoeken, wat ook gebeurde voor het project recollecting landscapes.

Massart was regelmatig in Genk en zag, zoals vele landschapschilders met hem, de komst van de mijnindustrie met bang hart toe. Hij ijverde dan ook al snel voor het behoud ervan. In 1912 somde hij in zijn boek Pour la protection de la nature en Belgique die delen van het land op die omwille van hun esthetische én natuurwetenschappelijke betekenis beschermd dienden te worden. In Genk en omgeving ijverde hij voor de oprichting van één van de grootste natuurparken van het land.

“Genk, dat door de schilderkunst populair geworden is, kent werkelijk zijn gelijke niet wat de grandeur en de verscheidenheid aan landschappen betreft, ook door zijn biologische en geologische waarde. Dit park zal grenzen aan het centrum van de steenkoolontginning die er in de nabije toekomst komt en hierbij zou het belangrijk zijn om een deel van het groen te vrijwaren tegen het toekomstige zwarte land.”

Met een delegatie van de Commissie voor Monumenten en Landschappen trok hij op 5 mei 1913 doorheen Genk om de grenzen van het te beschermen gebied af te bakenen. In het verslag, geschreven door journalist en schrijver Léon Dommartin (1939-1919), werd nog eens de waarde van het land benadrukt, omwille van zijn schoonheid en bijzondere fauna en flora. Door de komst van de mijnen was een bescherming ervan, in zijn woorden, “urgente.” Met Massart had de delegatie een goede gids die het gebied door zijn vele natuurstudiewerk ter plaatse erg goed kende. Een lange wandeling over de heide van Langerlo, langs de moerassen en vijvers van de Maten, via Bokrijk, naar de heide van Zonhoven en Winterslag – waar ze de opkomende mijnindustrie met eigen ogen konden zien - via de moerassen van Stalen (die ze een “heerlijke oase” noemden) arriveerden ze in het centrum van het dorp, waar de groei tot stad voorzichtig begonnen was.

“Onze wandeling eindigt met een bezoek aan het atelier Van Dooren (sic) en is er om zo te zeggen het logisch vervolg van. Het atelier heeft ons overvloedig getoond dat de natuur van Genk een blijvende inspiratie is voor bewonderenswaardige schilderijen. Vandaag kan het nog gered worden, morgen zal het te laat zijn.”

De uitbraak van de Eerste Wereldoorlog gooide roet in het eten en de plannen voor een uitgestrekt, aaneengesloten natuurgebied in het hart van de Limburgse Kempen verdwenen in de koelkast. Maar met de bescherming van Natuurreservaat 'De Maten' en Het Wik in Bokrijk kregen enkele delen van het park dat ze voorzagen bescherming. En met het Nationaal Park Hoge Kempen is een groot natuurpark vandaag toch een realiteit, zij het meer oostwaarts dan het gebied dat Massart voor ogen had en vanuit botanisch oogpunt interessanter achtte.

Foto's:

  • Plaat 35 uit de reeks "Les aspects de la végetation en Belgique" van Jean Massart, met als titel 'Bruyère, dunes, marécages et étangs à Genck".
  • Plaat 49 uit de reeks "Les aspects de la végetation en Belgique" van Jean Massart, met als titel 'Dunes à Winterslag à Genck".
  • Plaat 53 uit de reeks "Les aspects de la végetation en Belgique" van Jean Massart, met als titel 'Dunes bases à Kuylen, Genck".
  • Plaat 76 uit de reeks "Les aspects de la végetation en Belgique" van Jean Massart, met als titel 'Prairies irrigées à Genck".