#67 - Frans in Genk

Het zal je zeker opgevallen zijn dat de Franse taal alomtegenwoordig is in het 19e-eeuwse verhaal van Genk als een “station d’artistes”, zoals wij het graag noemen in navolging van Octave Maus.
Dat is uiteraard niet zo vreemd als je weet dat het dagdagelijkse leven in het 19e-eeuwse België doordrongen was van de Franse taal. En ook in Genk was dat niet anders. Kunstenaars logeerden in Hôtel de la Cloche of Hôtel des Artistes, toeristen verstuurden een postkaart met een Frans opschrift en de overgrote meerderheid van brieven en teksten uit de tijd zijn Franstalig. En van vele schilderijen kennen we in eerste instantie dan ook enkel de Franse titels.
Dit is zeker ook waar voor de werken van Emile Van Doren (1865-1949).

Emile Van Doren groeide op in Brussel, waar Nederlands haast zeker geen deel uitmaakte van zijn dagdagelijkse leven. Toen hij in Genk arriveerde, sprak hij dan ook amper een woord. En hij zou nooit heel vloeiend worden in de taal, zeker niet wanneer hij ze moest neerschrijven. In een brief uit de jaren ‘20 lezen we dat hij de gesproken en geschreven taal perfect verstond – waaruit we misschien kunnen afleiden dat hij ook een woordje kon spreken - maar het schrijven ervan onvoldoende beheerste voor een volledige brief.
Opvallend is dat hij dit schreef toen hij al bijna dertig jaar in Genk woonde. Hij had zich al die tijd duidelijk perfect kunnen beredderen. Met zijn vrouw, die jarenlang gewoond en gewerkt had in Luik, en met zijn dochter converseerde hij in het Frans, zijn vrienden kwamen veelal uit Brussel en zijn klanten in Hôtel des Artistes behoorden allemaal tot de gegoede klasse en burgerij. Zelfs zijn Limburgse vrienden spraken onderling veelal Frans.
Ook in Genk was het spreken van Frans in die tijd geen grote hinderpaal, aangezien heel wat Genkenaren – en zeker zij die een commerciële activiteit uitoefenden - mede door het jarenlange contact met Franstalige kunstenaars en toeristen een basiskennis van het Frans hadden.

Emile Van Doren gaf zijn schilderijen vaak zelf een titel en dit was uiteraard steeds een Franse titel. De meeste titels beschrijven het type landschap dat hij vastlegde.Of hij verwees in de titel naar het tijdstip van de dag, het seizoen of naar het weertype waarin het werk ontstond. En soms kreeg een werk een meer poëtische titel, inspelend op een stemming of gemoed.
Vaak is het vertalen van een titel dan ook geen probleem. Maar uitzonderlijk is zo'n vertaling minder evident. Het beste voorbeeld hiervan is de titel die Van Doren, zoals hij vaker deed, op de achterzijde in olieverf op een heidezicht uit onze collectie geschreven had, zijnde “Les fils de la vierge”.

Je zou denken: dit is gemakkelijk. De vertaling is “De zonen van de maagd”.
Dat moet ook Willy Minders gedacht hebben toen hij gevraagd werd de schilderijen van Emile Van Doren in de museumcollectie van een Nederlandse titel te voorzien. Hij vertaalde “Les fils de la vierge” als “Verstoorde sereniteit”. Hij ging er vanuit dat de maagd in de titel verwees naar het desolate heidelandschap, waarvan de rijke schakeringen aan aardetinten in de nazomer ontplofte in een purperen kleurenpracht. Als een maagd die zonen gebaard had en de rust die er doorheen het jaar heerste doorbroken had nu het er gonsde van het leven. Een aannemelijke verklaring, nee?
De titel "Verstoorde sereniteit" werd tientallen jaren gebruikt.

Tot we op een goede dag bezoek kregen van een familie uit de rand van Brussel. En nadat ze dit verhaal aanhoord hadden, vertelde een dame uit het gezelschap dat haar grootmoeder deze uitdrukking ook gebruikte: “les fils de la vierge”. Maar daarbij niet verwees naar de zonen van een of andere maagd, maar naar een typisch natuurverschijnsel. Het woordje "fils" moesten we dan ook niet interpreteren als "zonen", maar als "draden". Deze draden verwijzen naar een typisch natuurfenomeen in de late zomer waarbij lange draden van fijn spinrag over de heide uitgestrekt liggen, die door het ochtenddauw 's morgens lijken op te lichten. En Wikipedia leerde ons dat dit fenomeen in het Nederlands simpelweg "herfstdraden" genoemd wordt. En daarmee zou dit eigenlijk de enig juiste, zij het minder poëtische Nederlandse titel van dit werk moeten zijn.

En wat komt die "maagd" er dan bij kijken, vraag je je misschien af. Wel, dit is een typisch Franse uitdrukking. In volksverhalen waren deze herfstdraden namelijk de draden die van het spinnewiel van de Maagd Maria gevallen waren tijdens haar arbeid in de nachtelijke hemel. De dragen van de maagd dus.

En als je goed kijkt naar het heidetafereel uit onze collectie met deze titel dan zie je het inderdaad liggen, dit hemelse spinrag dat we "herfstdraden" noemen.