#66 - De oude Kempen

Eerder doken we in de reeks #geendagzonderkunst al onder in de rol en betekenis van kunstenaar Charles Wellens (1889-1958) in de begindagen van het Openluchtmuseum Bokrijk. De Wellenshoeve, die als eerbetoon naar hem vernoemd werd, is hiervan een blijvende getuige. Hij reconstrueerde en transformeerde deze hoeve tot zijn ideaalbeeld. Het perfecte plaatje om te schilderen. Zijn hele schildersloopbaan wijdde hij aan de Kempische hoeve en dankzij de Wellenshoeve kon hij er voor zorgen dat ook de generaties na hem nog volop konden genieten van de pittoreske schoonheid van een Kempenboerderij. En met wat geluk tref je soms, op een mooie zomerdag, een schilder in open lucht aan in de oude Kempen in Openluchtmuseum Bokrijk.
Zelf heeft Charles Wellens de Wellenshoeve vaak geschilderd, zowel in Lummen – waar ze oorspronkelijk stond – maar vooral ook op zijn nieuwe plek in Bokrijk. Hij nam er ook graag zijn leerlingen mee naar toe, waaronder Jeannot Peeters (1909-1996).

Jeannot Peeters schilderde tal van Kempische zichten, al schilderde ze bijvoorbeeld ook graag stillevens en interieurs. Tientallen werken tonen de inspiratie die ze in het spoor van haar meester vond in Openluchtmuseum Bokrijk. Wij bewaren er twee in de collectie van het Emile Van Dorenmuseum.
Het eerste is een klein houtje kistje met op het deksel een schildering van de Wellenshoeve. Dit kistje ontvingen we enkele jaren geleden van de kleindochter van Charles Wellens. Ze wist ons te vertellen dat het jarenlang gebruikt werd om krulspelden in te bewaren.
Het andere werk, een olieverfschilderij op doek, is een zicht op de kelderhut van Koersel. Ook deze kelderhut werd onder leiding van Charles Wellens gereconstrueerd op het domein van Bokrijk. Ze is gebaseerd op schetsen die hij gemaakt had van een kuilhut, ooit nog bewoond door een eenzaat op de Koerselse heide.

Interessant is dat heel wat van de gebouwen die je vandaag in het museum kan terugvinden voor hun verhuis naar Genk ook in hun oorspronkelijke habitat heel wat kunstenaars inspireerden. Ook daarvan bewaren we enkele getuigen in de museumcollectie.
Een eerste is een inkttekening en aquarel van Marthe Bamps (°1929). Het kleine werk op papier toont een interieur van de Kilbershoeve uit 1955. Drie jaar nadat ze dit werkje maakten, belandde de hoeve, dankzij een schenking van de Boerenbond, in de collectie van het Openluchtmuseum.

Ook van Jos Tysmans (189-1974) zijn verschillende werken bekend die collectiestukken van Bokrijk tonen in hun oorspronkelijke context. Eentje daarvan is de kapel van Metsteren (Sint-Truiden) die hij zowel in schilderijen als in een houtsnede vertaalde. Zo’n afdruk van een houtsnede belandde jaren geleden in onze collectie dankzij een schenking van Stichting Jos Tysmans, met wie we samen een retrospectieve tentoonstelling opgezet hadden over leven en werk van Tysmans. Tysmans, geboren in Hemiksem, woonde na de Eerste Wereldoorlog meer dan dertig jaar in Sint-Truiden. Hij trok regelmatig het Haspengouwse landschap in op zoek naar een volgend schildersonderwerp.
Zo belandde hij ook aan de oevers van de Melsterbeek, waar hij de kapel aantrof die ooit deel uitmaakte van de abdij van Terbeek.
Ze werd in 1959 afgebroken en weer opgebouwd in het Openluchtmuseum Bokrijk.