#62 - In afzondering

Op vijftienjarige leeftijd startte Emile Van Doren aan de Académie des Beaux-Arts in Brussel. Terugkijkend op zijn academietijd noemde hij Jean Portaels (1818-1895), Joseph Quinaux (1822-1895) en Joseph Stallaert (1825-1903) als zijn belangrijkste leermeesters. Voor Armand Maclot was dit ontegensprekelijk Joseph Coosemans (1828-1904). Beide kunstenaars konden verder bouwen op een gedegen, klassiek-academische opleiding om zo hun eigen stem als kunstenaar te vinden.
Maar zouden zij zelf ook ooit iemands leermeester worden? Van Armand Maclot is het bekend dat hij heel wat jonge kunstenaars bij de arm nam en de kneepjes van het vak en liefde voor het landschap bijbracht. Maar hoe zit het met Emile Van Doren?
 
We kunnen met relatieve zekerheid stellen dat Emile Van Doren nooit echt leerlingen in de klassieke zin van het woord gehad heeft. Er zijn aanwijzingen dat hij de jonge Genkenaar Jan Habex in de begindagen met raad en daad bijstond. Ook Willy Minders had vaak contact met hem en stond in bewondering voor zijn voorganger en voorbeeld. Dit moet zeker ook zo geweest zijn voor Ludovic Janssen, de Luikse landschapschilder die Genk regelmatig opzocht. Vermoedelijk kenden ze elkaar ook, en klopte Janssen aan bij Emile Van Doren voor raadgevingen. Uit sommige van zijn werken blijkt duidelijk de invloed van de meester van de Kempen, maar tot een echte leraar-leerling verhouding kwam het met geen van hen.
 
Vermoedelijk wilde Emile Van Doren, die toch vaak als eenzaat bestempeld werd, ook helemaal geen leerlingen. Enkele jaren geleden ontmoetten we Tony Dethier, die in de jaren na de Tweede Wereldoorlog regelmatig vanuit Hasselt naar Genk fietste om in de leer te gaan bij Armand Maclot. Maar eigenlijk was hij meer een bewonderaar van het werk van Emile Van Doren. En, zo vertelde Dethier, op een goede dag had hij al zijn moed bij elkaar geraapt en trok hij naar villa Le Coin Perdu. Hij belde er aan en Van Doren zelf opende de deur. Op een kier weliswaar. Hij liet de jonge kunstenaar zijn verhaal vertellen, maar maakte hem al snel duidelijk dat hij geen leerlingen aannam. Bij Maclot was hij in goede handen, zo liet Van Doren nog weten. En de deur ging terug dicht.
 
We weten dat de jonge academiestudent Van Doren met zijn kunstenaarsvrienden de natuur in trok. Maar al snel, eens gevestigd in Genk, trok hij liever in zijn eentje op schildersuitstap. Toch bewaren we een werkje in de collectie waaruit je zou kunnen afleiden dat Van Doren ook, misschien bij uitzondering of slechts een enkele keer, met een andere kunstenaar en plein air ging schilderen. Het werkje waar we het over hebben is een portret en landschap in één, gedateerd 1908. Hierop zien we een landschapschilder schilderend in openlucht, in een typisch Genks landschap. De kunstenaar draagt een hoed, lange blauwe jas en heeft klompen aan zijn voeten. En er is eigenlijk weinig twijfel over: de schilder in kwestie is Emile Van Doren.
De maker ervan, René de Groux (1888-1953), was vermoedelijk met Emile Van Doren op pad en kon zo van de gelegenheid gebruik maken de kunstenaar in volle actie op doek vast te leggen. We vermoeden dat de twintigjarige de Groux in deze periode een tijdlang optrok met Van Doren, die toen 43 jaar oud was. Al was de Groux misschien geen formele leerling, dan kreeg hij mogelijk toch wat raadgevingen van de meester van het Kempenlandschap.
 
En dat roept de vraag op: zijn de enkele foto’s van schilderijen van de Groux die Emile Van Doren bewaarde (en die nu deel uitmaken van ons fotoarchief) dan misschien door de jonge de Groux toegestuurd, in de hoop dat Van Doren zijn werk op die manier van de nodige commentaar kon voorzien? Of had hij ze misschien naar Genk gestuurd bij wijze van sollicitatie, in de hoop dat Van Doren hem als leerling wilde aanvaarden? Maar dit laatste lijkt onwaarschijnlijk aangezien we de cijfers ‘09’ op de achterzijde kunnen interpreteren als het jaartal, 1909 en deze dus een jaar later dan het portret te dateren zijn. En bovendien zou het voor een sollicitatie aan het adres van een kunstenaar die enkel en alleen het landschap als onderwerp had vreemd zijn geen foto’s van een landschapschilderij toe te sturen. Want één foto met een schilderij van de Groux toont een begijntje in Lier en op de andere foto zien we een schilderij met een stalinterieur ergens in Oostmalle. De opschriften op de achterzijde van de foto helpen uiteraard om het onderwerp en de locatie te duiden…