#61 - Van heidevlakte naar vredegerecht

De naam van Joseph Coosemans (1828-1904) valt regelmatig wanneer de geschiedenis van Genk als kunstenaarsoord beschreven wordt. Henri Hymans noemde hem in 1921 met recht en reden de “chef de l’école de Genck” die met zijn werken talloze kunstenaars de weg wees naar de Limburgse Kempen. Tientallen kunstenaars volgenden in zijn spoor op zoek naar dezelfde inspiratiebron.

Toen in 1887 het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten in Antwerpen opgericht werd en Joseph Coosemans de leiding kreeg over de landschapklas stuurde hij ook al zijn leerlingen richting Genk. In de periode van 1887 tot zijn dood in 1904 werden twintig studenten toegelaten tot zijn klas. Zijn meest bekende leerling voor Genk is zonder meer Armand Maclot, maar ook van tal van andere leerlingen vinden we sporen terug van hun band met Genk.

Een van de eerste leerlingen van Coosemans aan het NHISK was Antwerpenaar Eugeen Diellewyns (1865-1940). Net als Maclot jaren later zou doen, doorliep hij eerst de opleiding aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen vooraleer naar het Hoger Instituut door te stromen. Diellewyns had overduidelijk veel talent. Dat toont het monumentale doek dat we van hem in de collectie bewaren en dat gedateerd is 1888. Ook de plaatsnaam ‘Genck’ staat naast de datum en signatuur.

Het werk draagt sinds vele jaren de titel ‘Schapen op de Melberg’. We zien overduidelijk de invloed van Coosemans op zijn jonge leerling, zowel in manier van schilderen als in de compositie. Coosemans hield er bijvoorbeeld van een eenzame figuur op een landweg af te beelden. En wie goed kijkt ziet, verder weg richting de horizon, op de zandweg uit het dennenbos een vrouwenfiguur die onze kant op wandelt. Ook de schaapsherder en zijn kudde komen ons als toeschouwer tegemoet. De monumentale uitwerking van de wolkenlucht roept herinneringen op aan zijn leermeester.
Hoe het werk in Genk belandde hebben we nog niet kunnen achterhalen, maar het hing jarenlang in het Sint-Jansziekenhuis aan de Schiepse Bos. Toen het daar weg moest, gingen we op zoek naar een nieuw onderkomen voor het grote doek van maar liefst 162 op 241 cm. Vandaag kan je het terugvinden in het vredegerecht van Genk aan de Dieplaan, waar het in langdurige bruikleen tegenover de vrederechter hangt.

Van Eugeen Diellewyns zijn nog slechts zes andere schilderijen bekend, allemaal uit de periode 1884-1888. Enkele ervan zijn eveneens in Genk te situeren. Diellewyns studeerde af als volleerd landschapschilder in 1890 maar bouwde niet verder aan een artistieke loopbaan. Nadat hij eerst korte tijd nog werkte als decoratieschilder werd hij uiteindelijk sassenier. Mogelijk verkoos hij financiële zekerheid boven een onzeker kunstenaarsbestaan. Op 22 augustus 1889 was hij namelijk gehuwd met Julia Bens en samen kregen ze drie zonen en een dochter.