#48 - Leven om te schilderen, schilderen om te leven

Het atelier van Emile Van Doren in villa Le Coin Perdu is bewaard en ademt nog steeds de sfeer van toen. Zijn schildersattributen zijn er ook deels bewaard, evenals enkele onafgewerkte doeken die hij nooit heeft kunnen voltooien.
Voor Emile Van Doren na de Eerste Wereldoorlog voorgoed naar villa Le Coin Perdu verhuisde had hij zijn atelier ingericht in Hôtel des Artistes, op de bovenste verdieping. Hier kon hij zich terugtrekken uit de dagdagelijkse rompslomp van het hotel en weg van de drukte van de hotelgasten

Om over voldoende licht te beschikken had hij een groot raam laten plaatsen aan de noordkant van het pand. Het raam domineerde de zijgevel, dat op postkaarten van het hotel uit die tijd goed te zien is.
Er bestaat een binnenzicht in dit atelier uit 1910 met - zo verraadt een handgeschreven notitie op de achterzijde van de foto - een groep studenten van de Normaalschool uit Brussel. Emile Van Doren geeft aan het jonge publiek uitleg bij een werk van hem. En dit werk hebben we kunnen identificeren. Het is het indrukwekkende ‘Gros temps en bruyère’ dat hij in 1909 zowel in Brussel als in Luik tentoonstelde en vandaag in privébezit bewaard wordt. De dreiging van het opkomend onweer boven de desolate heide weet Van Doren in dit doek meesterlijk weer te geven. Opvallend is dat het doek volledig ingekaderd op de schildersezel staat, klaar voor de verkoop dus.

Zijn atelier in het hotel was dan ook de ideale plaats om mogelijke kopers zijn werk te presenteren. Dit lezen we ook in een brief van landschapschilder Louise Héger, die in 1907 haar geliefde Genk nog een keer opzocht, meer dan dertig jaar nadat ze er voor het eerst arriveerde. Ook zij stelde vast dat er meer dan vijftig werken in kader klaar stonden. Op 13 mei van dat jaar schreef ze aan haar vriend Alphonse Asselbergs, met wie ze vaak doorheen het Genkse landschap gedwaald had:

Sinds mijn laatste brief heb ik hier het atelier van Van Doren (Hôtel des Artistes) bezocht. (…) Hij werkt niet in het toeristisch seizoen (opgeslorpt door en naar ik meen ook verveeld door hun nabijheid). Het hotel wordt uitgebaat door zijn vrouw en zijn geadopteerde dochter; ze doen goede zaken die de schilder niet schaden. Zijn atelier is zeer ruim en overbemeubeld en wordt bezocht door geïnteresseerde Brusselaars, Luikenaars enz . die er met vakantie zijn. Hij schildert in het goede seizoen voor schilders (van oktober tot juni) en daarna houdt hij zich bezig met de verkoop en de ontvangst.”

Ook op foto’s uit het atelier in villa Le Coin Perdu zien we de schilderijen kant en klaar uitgestald staan, zoals de charmante foto uit de collectie van Heemkring Heidebloemke Genk, waarop we Fanny Van Doren herkennen voor een schilderij van haar vader.
Wie villa Le Coin Perdu ooit bezocht heeft, heeft zeker ook op het bordes gestaan, dat van bovenaf een uitzicht biedt over het atelier. De petite histoire wil dat Emile Van Doren potentiële kopers daar, en alleen daar (in het atelier zelf waren ze niet welkom) uitnodigde om te kijken naar de afgewerkte en ingekaderde schilderijen die uitgestald stonden op schildersezels, beneden in het atelier. En met succes! De verkoop van schilderijen was een erg goede bron van inkomsten en garandeerde voor hem en zijn gezin een goed leven, een leven lang.