#47 - Landschappen in dialoog

In het voorjaar van 2019 bracht de tentoonstelling LANDSCHAPPEN IN DIALOOG het werk van Emile Van Doren (1865-1949), ‘peintre de la Campine’ in dialoog met het werk van hedendaags kunstenaar Stefaan Vermeulen, die 101 jaar later geboren werd. Twee generaties, twee stemmen, één onderwerp.
De laatste jaren heeft het landschap namelijk een hoofdrol opgenomen in het werk van Vermeulen, gestimuleerd door de Haspengouwse zichten die hem omringen

Stefaan Vermeulen is duidelijk een landschapschilder van vandaag: het schilderen an sich primeert, het onderwerp is daaraan ondergeschikt. Waar Van Doren duidelijk kiest voor een romantisering van het landschap en naar een mooi schilderij streeft, gaat Vermeulen vooral op zoek naar de beeldende zeggingskracht van verf op het doek, met snelle, schijnbaar onaffe verfstreken naast spontaan ontstane verfsporen. Hierbij laat Vermeulen veel aan het toeval over, maar zeker niet alles. De penseelstreek is soms onbehouwen of vrijblijvend, maar dat is een bewuste keuze. Hij stuurt en dirigeert de verf naar het beeld toe. En dat beeld is in dit geval een landschap.
De penseelstreek van Van Doren is meer gecontroleerd en gericht. Hij bouwt toets na toets, laag na laag zijn beeld op. De losse penseelstreek is schatplichtig aan het impressionisme, maar smelt visueel samen tot één atmosferisch landschapsbeeld.

Hier tonen we twee werken van de kunstenaars in dialoog, zoals ze ook op de tentoonstelling te zien waren: links het werk ‘Pool’ van Vermeulen, rechts een onafgewerkt (en dus ongesigneerd) werk van Emile Van Doren. Er is zeker een kleurverwantschap tussen beide werken, maar ook de verwante opbouw in horizontale en verticale verfstreken valt onmiddellijk op.
Een figuratief beeld is voor beide kunstenaars een eindpunt, maar ze bereiken het op een heel andere manier. Vermeulen schildert in zijn atelier, deels uit herinnering, deels gebaseerd op foto’s die hij zelf maakte of online vond. Van Doren zelf trok met zijn schildergerief naar buiten, en ging te midden van zijn onderwerp staan. Ook het gehanteerde medium verschilt. Van Doren schilderde haast uitsluitend met olieverf, Vermeulen in acryl. Ook dit medium bepaalt de manier van werken, en het eindresultaat.
In het kader van Erfgoeddag 2019 nodigden we Stefaan Vermeulen uit om, als eerste schilder sinds het overlijden van Emile Van Doren het ‘voormalige’ schildersatelier in villa Le
Coin Perdu weer tot een schildersatelier te maken. Fotograaf Selma Gurbuz legde dit bijzondere moment, waar hij aan enkele schilderijen tegelijkertijd bezig was, vast voor ons.

In de museumcollectie bewaren we, dankzij een schenking van de kunstenaar zelf, een werk van zijn hand, met de veelzeggende titel ‘Portret van een landschap’. Voor wie Genk kent, is het onderwerp onmiddellijk duidelijk: de drie schoorstenen van de voormalige electriciteitscentrale van Langerlo.
De EBES-torens zijn voor Stefaan Vermeulen, die opgroeide in Genk, een van de meest typische beelden van de stad. Een soort iconen, ijkpunten die een plek markeren en herkenbaar maken. Ook Emile Van Doren legde telkens weer een beeld vast in zijn schilderijen dat voor hem herkenbaar als Genk was. Om Genk te portretteren kwam Stefaan Vermeulen bij dit onderwerp uit. Elke landschapschilder legt een beeld vastlegt dat verandert. Zelfs al nadat de laatste verfstreek gezet is, ziet het er er al weer anders uitziet al was het door andere weersomstandigheden of de verandering van dag en seizoen.
En met dit beeld raakt Vermeulen ook de reële actualiteit aan, nu de sloop van de centrale aangevat is en deze schoorstenen, die de skyline van Genk-Zuid bepalen, er binnenkort misschien niet meer zullen zijn.
Door dit beeld te schilderen en in een ouderwetse kader te vatten, doorbreekt Vermeulen het documentair vastleggen van dit beeld. Hij maakt er een kunstwerk van. En een beeld dat nu nog realiteit is, wordt zo zonder meer deel van het artistieke en visuele geheugen van Genk en zijn landschap.