#42 - Het gestolen kruisbeeld

Schrijfster Dominique Rolin (1913-2012) zei ooit in een interview dat er drie plekken waren die haar hart gestolen hadden: Parijs, Venetië en Genk.
Hiermee verwees ze naar het Genk dat ze in haar kindertijd leerde kennen dankzij de vakantiewoning die haar tante Madeleine Rolin en oom Charles Van den Borren in Genk gebouwd hadden. Dit huis tussen de bomen was de directe buur van villa Le Coin Perdu, de woning van Emile Van Doren en zijn gezin.

De familie Rolin ontdekte Genk hoogstwaarschijnlijk in het spoor van de getalenteerde aquarelliste en tekenaar Henriette Rolin-Lagrange, de moeder van Madeleine Rolin en grootmoeder van Dominique.
Als klein meisje kwam Dominique vaak op vakantie in Genk, en had een erg goede band met haar nichtje Marianne Van den Borren. Haast elke zomervakantie bracht ze door in het huis tussen de bomen. En het is hier dat haar schrijverschap geboren werd.

In het essay Comment on devient romancier beschreef Dominique Rolin enkele herinneringen aan het vakanties in het huis, “gebouwd op de top van een heuvel, die helemaal met dennenbomen begroeid was.” Ze herinnerde zich nog levendig de kleine, ijzeren vrouwenhoofdjes, die de luiken aan de ramen tegen de muur vastklemden. Hoewel ze allemaal uit dezelfde mal gekomen waren, had elk hoofdje zijn eigen fysionomie, aldus Dominique Rolin. Sommige waren trots, andere verlegen, of vrolijk, of triest. Een ervan, achter het huis, dat door de noorderwind een eigen patina gekregen had, toonde pijn, zelfs tranen. Zij praatte met hen, en zo begon een verhaal.
Op een foto die we recent aan de collectie konden toevoegen, zien we Henriette Rolin-Lagrange samen met haar man Achille Rolin voor de villa zitten, en als je goed kijkt, zie je aan de luikjes de poppetjes die de fantasie van de jonge Dominique prikkelden. Ze zei ooit:

Het is Genk met zijn vijvers, riet en dennenbossen dat mijn verlangen om te gaan schrijven heeft aangewakkerd. Het dorp speelt een belangrijke rol in mijn romans, mijn schriftuur is doordrongen van het landschap dat ik me herinner. Alles was er toen nog heuvelachtig, heel de regio stond vol bomen.

Hoewel ze begon als tekenaar en verschillende boeken illustreerde (ook enkele van zichzelf, zoals haar roman Les Marais uit 1942), nam ze uiteindelijk de pen vast en groeide uit tot een bekend schrijver, die onder andere de Prix Femina en Franz Hellensprijs kreeg en lid werd van de Académie royale de langue et de littérature françaises de Belgique. In tal van boeken als La Maison, la Forêt (1965), Lettre au vieil homme (1977), L’infini chez soi (1980) en Le futur immédiat (2001) krijgen haar herinneringen aan Genk – vaak in een gefictionaliseerde vorm – een plek. L’Enragé uit 1977 droeg ze op aan haar nicht Marianne Van den Borren, “en souvenir de Genck”.

Een verhaal dat Dominique Rolin verschillende keren in enkele van de eerder vermelde romans gebruikte, is de geschiedenis van le christ volé. In een interview vertelde ze hierover:

Ik herinner me ook nog levendig het verhaal van de dag dat mijn vader in Genk een kruisbeeld heeft gestolen. Op een dag waren mijn ouders aan het wandelen door de velden toen ze op een verlaten plek een houten kruisbeeld zagen staan. Mijn vader werd er op slag verliefd op en wilde het meenemen. Mijn moeder hield hem tegen, maar ’s nachts nam hij zijn fiets en is hij dat kruisbeeld toch gaan stelen. “

Het meest uitgebreide relaas van dit verhaal vinden we terug in de roman L’infini chez soi, waar de diefstal op een onweerachtige nacht plaats heeft, die vol passie eindigt. Die nacht, zo wil de realiteit in de roman het, werd Dominique verwekt.

Dit verhaal inspireerde vorig jaar, naar aanleiding van de tentoonstelling HET HUIS TUSSEN DE BOMEN kunstenaar Lien Hillen nog tot een indrukwekkend mooie houtskooltekening.
Waarom haar vader het kruisbeeld stal, weet Dominique Rolin niet.

Mijn vader was absoluut niet religieus, zelfs anti-katholiek, maar toch gingen we elk jaar naar de processie in Genk kijken. Die vertrok aan de kerk en maakte dan een grote tocht langs de velden. Wij, de kinderen, vonden die stoet, extra-ordinaire. Vooral de engeltjes maakten grote indruk op ons. Thuis bedelde ik dan bij mijn moeder om ook zo’n mooie vleugeltjes te krijgen. Zij maakte die uit krantenpapier en samen met mijn broer, die ik verplichtte een jurk aan te trekken, speelden we dan de processie na. […] Op het einde van zijn leven heeft hij het [kruisbeeld] aan mij gegeven. Ik heb het overal mee naartoe genomen.”

Het kruisbeeld hing jarenlang tegen de muur van haar schrijfkamer, als een soort symbool van de inspirerende herinneringen aan Genk die Dominque Rolin haar hele oeuvre binnenbracht. In 2004 schonk ze het aan het Openluchtmuseum Bokrijk en belandde het kruisbeeld terug in Genk.
Vele jaren eerder schonk ze ook al een verzameling aquarellen van haar grootmoeder Henriette Rolin-Lagrange, waarvan verschillende zichten op Genk en zijn landschap, aan het provinciebestuur van Limburg, die deze nog steeds bewaart in zijn archief.
Ook in de collectie van het Emile Van Dorenmuseum bewaren we ondertussen tal van foto’s, tekeningen en aquarellen waardoor de bijzondere geschiedenis van deze familie en hun onlosmakelijke band met Genk voorgoed verbonden blijft aan het geheugen van Genk en zijn landschap! Een ervan is een erg mooie portretfoto van Dominique Rolin, gemaakt in haar appartement in Parijs ergens in de vroege jaren ’80 door Corinne Bukac, zelf een achterachterkleindochter van Henriette Rolin-Lagrange!

Foto's:

  • De jonge Dominique Rolin samen met haar grootmoeder Henriette Rolin-Lagrange en haar hondje, op vakantie in Genk.
  • Henriette Rolin-Lagrange en haar echtgenoot Achille, samen op de bank voor het huis tussen de bomen, dat haar dochter Madeleine Rolin bouwde in Genk. Let op de poppetje die de luiken dicht houden. Deze inspireerden de jonge Dominique Rolin tot tal van verhalen.
  • Dominique Rolin in haar appartement in Parijs, gefotografeerd door Corinne Bukac waarvan we in de collectie van het Emile Van Dorenmuseum een afdruk bewaren.
    Dominique Rolin was een groottante van Corinne Bukac.
  • Le christ volé, zoals Dominique dit houten kruisbeeld (nu in de collectie van Openluchtmuseum Bokrijk) noemde en in tal van haar romans een plek gaf.