#38 - Geen -isme!

Er zijn enkele namen die diep geworteld zijn in het verhaal van het kunstenaarsoord Genk. Een daarvan is Armand Maclot (1877-1959), die de laatste achtenveertig jaar van zijn leven in Genk woonde.
Joseph Coosemans, zijn leermeester aan de Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten in Antwerpen, stuurde de jonge Maclot op inspiratietocht naar de twee landschappen waar hij zelf al sinds vele decennia keer op keer terug naar terug keerde: Tervuren en Genk. In het oeuvre van Maclot nemen beide een prominente plaats in. Hij belandde zelf, vanuit zijn geboortestad Antwerpen, eerst een tijdlang in Tervuren, bij postbode Louis Istas. Het verhaal wil dat hij na het oplopen van een blauwtje bij een dochter van de postbode Tervuren voorgoed verliet. En zo uiteindelijk voorgoed in Genk belandde in Maison Blanche, op de oevers van de Molenvijver, samen met zijn echtgenote Jane Kutt.

In zijn schilderkunst keek Maclot bewust terug naar de landschapstraditie waarin hij door Coosemans opgeleid was. Hij vond hierin een eigen stem en stijl. Hij was zeker geen nieuwlichter of radicaal kunstenaar. Het artistieke thema van het landschap, dat vanaf het midden van de 19e eeuw de loop van de westerse kunstgeschiedenis totaal had omgegooid, zette Maclot op een heel eigen manier naar zijn hand. Hij combineerde zijn theosofische overtuigingen met een noodzaak om vast te leggen wat aan het verdwijnen was en hanteerde hiervoor een brede en synthetische penseelvoering.

De vlakwerking en beginnende abstrahering van details die zijn kunst zal typeren, is goed te zien in enkele schilderijen die we in de collectie bewaren, zoals het zicht op het moeras van Stalen en enkele bomen in een landschap nabij Gelieren. In deze kenmerkende stijl, die hij later ook aan zijn leerlingen als Willy Minders en Jac Douven overdraagt, zagen veel kunstcritici een verwantschap met de Franse kunstenaar Paul Cézanne, een van de belangrijkste peetvaders van de moderne schilderkunst. Deze vergelijking veegde Maclot eenzijdig van tafel. In een brief aan Minders schreef hij op 17 maart 1952:

"Il ne m’a jamais influencé. J’étais déja ‘fait’ quand j’ai vu ses premières œuvres." (Hij heeft me nooit beïnvloed. Ik was al gevormd toen ik voor het eerst zijn werk zag.)

De moderne kunst kon Maclot absoluut niet smaken, en hij apprecieerde niet dat men zijn werk probeerde te klasseren in één of andere stroming. Zo ging hij verder in een brief van 22 maart van datzelfde jaar:

"L’art ne se classe pas en ismes. Chaque artiste est un isme en lui-même s’il n’est pas plagiaire. Et c’est cette personnalisme qu’il doit montrer de plus en plus et que le critique devrait détecter." (Kunst kan je niet opdelen in -ismes. Elke kunstenaar is een -isme op zich, tenminste wanneer hij geen plagiaat pleegt. Het is dit 'personalisme' dat hij meer en meer in de kijker moet zetten en dat de kritiek moet detecteren)

De al bij al relatief beperkte briefwisseling die we van Armand Maclot kennen geeft een boeiend inzicht in zijn opvattingen over kunst, en de positie die hij zichzelf aanmat in de toenmalige kunstwereld. Ook in de briefwisseling met zijn levenslange vriend kunstenaar Joseph Posenaer (ze ontmoetten elkaar waarschijnlijk aan de Antwerpse academie), bewaard in het Letterenhuis in Antwerpen, lezen we heel wat over zijn opvattingen over hedendaagse kunst. Posenaer noemde Maclot ‘den conservator’ in een brief uit 1933, waarin we ook lezen:

Uwe opvatting over wat kunst zijn moest, in plaats van wat er heden ten dage voor doorgaat, ken ik. Het is ook de mijne, met dat verschil dat ik daarin, zoo niet gemakkelijker of minder streng, toch meer plezier vind van menig stuk dat gij niet slikt. Wij kennen elkander zoo goed en zoo lang. Wij voelen ook van verre zooveel op de zelfde wijze, maar hebben daarom niet hetzelfde karakter. Denk maar daarbij aan ons beider werk, en gij zult […] dadelijk opmerkingen eene voortdurende standvastigheid van den eenen (uwen) kant, die u wel gebracht heeft tot die verbazende zekerheid die ik en nog genoeg anderen zoo waardeer, maar die toch uwen horizont eenigszins beperkt heeft.”

Foto's:

  • Landschap in Gelieren door Armand Maclot (olie op doek - Collectie Emile Van Dorenmuseum).
  • Moeras van Stalen, olie op doek, door Armand Maclot (Collectie Emile Van Dorenmuseum). Het moeras van Stalen lag in de omgeving van het Sport in Genk-park.