#34 - De trein die Coco heette

Vanaf 1874 kreeg het dorpscentrum van Genk zijn eigen treinstation, dat lag waar vandaag de bussen halt houden aan de Europlaan, vlakbij Shopping Center 1 Genk. De komst van de trein gaf het aantal landschapschilders, die het inspirerende landschap van Genk ondertussen al zo’n dertig jaar geleden ontdekt hadden, een enorme boost. Het is dan ook niet zo vreemd dat we een enkele schilderijen kennen waarop deze trein afgebeeld is. Zoals in deze olieverfschets op doek van Joseph Coosemans (1828-1904).

Voor de komst van de trein kon je Genk bereiken met de postkoets. Of je kon vanuit Hasselt bijvoorbeeld, dat vanaf 1847 met de trein bereikbaar was, een urenlange voettocht ondernemen om het centrum van Genk te bereiken. De geschiedenis wil dat Euphrosine Beernaert, in haar tijd een gevierd maar vandaag weinig bekend landschapschilder, voor het eerst al wandelend naar Genk kwam.

De weg naar Genk werd zoveel gemakkelijker en sneller nadat er vanuit Hasselt een spoorlijn aangelegd werd naar Maaseik. Het Kempendorp had aanvankelijk twee haltes: een in Bokrijk, en een in het centrum zelf. Later, in 1893, kwam er nog een tweede halte bij in Bokrijk, aan het Kneippcentrum.

Het kilometerslange spoor doorsneed de gemeente van west naar oost, doorkruiste hierbij Bokrijk en passeerde de befaamde vijvers van de Maten en het moerassige gebied dat bekend stond als de Broekskens. Over de Stiemerbeek, uitkijkend over het landschap met o.a. de zandduinen van Winterslag, de Sint-Martensberg en de Bresselsberg bereikte het spoor uiteindelijk het dorpscentrum. Op weg naar de volgende halte reed de trein verder, langsheen de Molenvijver, doorheen het gehucht Gelieren, langs de grindgroeve en enkele kleine en grotere hoeves, doorheen de heidevlakte tot het stationnetje van As. In het schilderij van Joseph Coosemans zien we de trein, die net het centrum verlaten heeft, richting As rijden. De Europalaan is gedeeltelijk op deze oude treinbedding aangelegd.

De eerste halte op Genks grondgebied, en mogelijk zelfs het hele treintraject, was er gekomen op aangeven van de familie Coghen-Rittwegen die sinds 1839 het domein van Bokrijk in eigendom hadden. De komst van de trein garandeerde een gemakkelijk transport van het vele kaphout, waarvoor het domein bekend stond. Ook het transport van zand en stenen uit enkele groeves in Genk gebeurde met de trein. Personenvervoer op het traject leek in deze tijd eerder beperkt.
Toch, zelfs voor de trein officieel in gebruik genomen werd, maakte de Société Botanique de France kennis met de voordelen van de nieuwe treinverbinding. Aangetrokken door enkele plantkundige zeldzaamheden in Genk en omgeving zakten de Franse botanisten op 16 juli 1873 af naar de Limburgse Kempen waar ze het voorrecht kregen als één van de eersten de trein naar Genk te nemen.
Op 3 maart 1874 werd de lijn Hasselt-Maaseik officieel in gebruik genomen. De locomotief die het traject bediende, kreeg later de bijnaam Coco. Deze naam komen we enkele keren tegen in getuigenissen, zoals deze van Albert Remans uit 1954:

Coco, het puftreintje van Hasselt naar Maaseik, dat ook Genk, toen een gekende villegiatuurplaats, aandeed, waar luidruchtige dames in lichte kledij met brede zomerhoed getooid en voorzien van veelkleurige zonneschermen, en heren in witte pantalon en dito jas en onveranderlijk met de ruime panamahoed gedekt, afstapten, en zich lieten bewonderen door de eenvoudige Genkenaren.”

Nadat eerst de natuurwetenschappers en kunstenaars de weg gevonden hadden volgden in hun spoor, en dat van de trein, ook de toeristen, die van Genk en zijn landschap kwamen genieten.