#28 - Le père Ha(o)uben?

Het reconstrueren van de geschiedenis van Genk als een station d’artistes heeft soms wat weg van detectivewerk. Sporen van een nog onontdekte kunstenaar of kunstwerk vinden we overal terug: in musea en archieven, kranten en tijdschriften, via veilinghuizen of bij mensen thuis, aan de muur.
En zo stootte we onlangs, online, op een werk, bewaard in de collectie van het Petit Palais, Musée des Beaux-Arts de la ville de Paris.
Het werk draagt er de titel “L’homme à la pipe’, is gedateerd 1860 en gemaakt door Jules Breton (1827-1906). En de vraag die we ons onmiddellijk stelden: zien we hier een Genkenaar afgebeeld?

We nemen jullie graag mee in onze gedachtegang.
Laten we beginnen met de maker van het werk, Jules Breton. Deze Fransman is vandaag de dag wereldberoemd voor zijn realistische scènes van het Franse platteland. Als jongeman studeerde en woonde hij een tijdlang in ons land. Op basis van enkele schilderijen weten we met zekerheid dat hij in Genk geweest is. Het Musée de Cambrai bewaart een klein interieurzicht op doek. Breton schilderde dit werk met twee figuren aan een haardvuur in Genk in 1859 .
We weten dus dat Breton in de periode dat hij de man met de pijp schilderde in Genk geweest is. Bovendien weten we uit de inventaris van het Petit Palais dat op de achterzijde van het mannenportret een opschrift staat: “Bourgmestre de la Campine, Belgique”. We zien dus een burgemeester in de Kempen afgebeeld.

Een volgende spoor naar dit werk, en mogelijke link naar Genk, vinden we in een catalogus uit 1911, uitgegeven naar aanleiding van de uitverkoop van alle werken uit het atelier van Breton. De verkoop vond plaats bij de befaamde Galerie Georges Petit op de Rue Sèze in Parijs. Als nummer 251 wordt er een werk aangeboden met de titel “Le Père Hauben. Campine”, met dezelfde datum van 1860. De afmetingen van dit werk (34 x 26 cm) stemmen bovendien perfect overeen met het schilderij van de man met de pijp.
We weten dus met relatieve zekerheid dat de Kempische burgemeester de naam Hauben had. En in Genk was en is dit een veel voorkomende naam, zij het dat de schrijfwijze dan eerder Houben zou zijn. Maar dat foutje is snel gemaakt.

Als we dan even gaan kijken naar de burgemeesters die Genk kende, vinden we al snel een mogelijke kandidaat: Pieter Houben (1784-1864) uit Langerlo burgemeester van 1843 tot 1855. Als hij de man met de pijp is, zou hij als 76 jaar geportretteerd zijn. Dat zou kunnen kloppen, toch?
In 1860 was hij echter geen burgemeester meer. Had hij misschien de titel van ere-burgemeester, of bleef hij gewoon bekend als burgervader van zijn gemeente? Ook stelt de vraag zich of er nog andere burgemeesters actief waren in de Kempen, in dezelfde periode die de naam Hauben/Houben droegen?

Als we nu een afbeelding of foto hadden van de man, dat zou zeker ook helpen. Helaas bestaat er voor zover we weten geen afbeelding van hem uit de tijd zelf. Maar we bewaren wel een schilderij van hem, gemaakt door Willy Minders (1913-1977), bijna een eeuw na datum. Hij kreeg de opdracht van de gemeente een reeks portretten te maken. De meeste burgemeesters waren toen uiteraard al lang overleden. Om toch een gelijkenis te krijgen baseerde Minders zich op foto’s van familieleden, soms enkele generaties verder in de lijn. We weten niet welke foto’s hij gebruikte voor het maken van het portret van Pieter Houben, maar de gelijkenis is niet geheel onbestaande. Opnieuw levert ook dit niet het harde bewijs, maar voegt het wel weer een kleine stukje van de puzzel toe, op zoek naar de identiteit van de man met de pijp.

Het voorlopige besluit van onze speurtocht is dat er sterke aanwijzingen zijn om de man met de pijp, geschilderd in 1860 door Jules Breton, te identificeren als Pieter Houben, voormalig burgemeester van Genk. Maar absolute zekerheid is er nog niet. Tot er misschien nog een volgend spoor opduikt...