#17 - En plein air

Het fundament waarop het Emile Van Dorenmuseum verderbouwt en die de inspiratie is ook hedendaagse kunstenaars uit te nodigen naar Genk en zijn landschap, is de geschiedenis van Genk als een 'station d'artistes'.
Deze term, voor het eerst gebruikt in 1891 in het tijdschrift L'Art Moderne, verwijst naar de samenscholing van kunstenaars in het Kempendorp, waar de uitgestrekte heide met golvende zandduinen, spiegelende vijvers en zompige moerassen, statige dennenbossen en pittoreske Kempische taferelen een overvloed aan schildersmotieven boden.

De kiem van de traditie van landschapschilders in Genk brengt ons terug naar het midden van de 19e eeuw. Het schilderen in open lucht – weg van de ateliers en academiezalen - was in die jaren nog jong en radicaal nieuw. Kunstenaars gingen volop op zoektocht naar nieuwe inspiratiebronnen en vonden deze 'en plein air', rechtstreeks in de natuur. Waar vroeger een landschap veelal in het atelier op doek gecreëerd werd, trokken meer en meer kunstenaars naar buiten om daar het landschap - bij wijze van spreken - naar levend model vast te leggen.

Op vele plaatsen, doorheen heel Europa, ontstonden zo kunstenaarskolonies, waar deze jonge landschapschilders samenschoolden. Barbizon, nabij Parijs, wordt vaak gezien als de bakermat van deze traditie. In België ontstonden onder andere in Tervuren, Anseremme, Kalmthout en Genk de eerste kunstenaarsoorden.
Rond 1840 zetten de eerste landschapsschilders voet aan grond in Genk en de Limburgse Kempen, getuige enkele geannoteerde en gedateerde tekeningen van Edmond Tschaggeny, bewaard in de collectie van Stichting Jos Tysmans. Genk kreeg later zelfs de naam een bijhuis te zijn van het Franse Barbizon.

"En ja, dit verloren dorp midden de heide tussen de sluimerende moerassen, de zandduinen en de trossen dennen, heeft zijn naam en faam. (...). Een weg vol schildersezels op een rij volstaan om deze onbekende plek bekendheid te geven." (Octave Maus, 1890)

De onnoemelijk veel schetsen en schilderijen van Genk en zijn landschap zijn natuurlijk het visuele bewijs van deze traditie, maar ook de foto's die kunstenaars in volle actie tonen, schilderend 'en plein air' zijn hiervan bijzondere getuigen. Ze tonen de zo handige draagbare schildersezels, hun koffertjes met verf en penseel, krukjes en parasols die mee gingen op schildersuitstap.
We tonen er enkele uit de collectie van het Emile Van Dorenmuseum:

  • De foto van drie schilders 'en plein air' dateren we ca. 1890. We herkennen vermoedelijk vooraan Emile Van Doren, toen nog student aan de Académie des Beaux-Arts in Brussel. De twee andere kunstenaars zijn vooralsnog onbekend.
  • De postkaart toont Armand Maclot (1877-1959) schetsend in een kleine hoeve in Genk.
  • Emile Van Doren (1865-1949) in volle actie in het landschap dat hem voorgoed aan Genk bond.
  • De kunstenares, schilderend gezeten op een kleine kruk op een landweg in Genk, blijft vooralsnog anoniem. Zij trok met haar familie de Genkse natuur in op zoek naar inspiratie.
  • De kleurenfoto is van Willy Minders (1913-1977), schilderend in openlucht, niet zo ver van zijn villa aan de Kuilenstraat.