#16 - Vrienden voor het leven

Edmond Verstraeten (1870-1956) schilderde dit zicht op een beekje ergens aan het einde van de 19e eeuw. Vermoedelijk belandde het al snel in handen van Emile Van Doren, met wie hij ondertussen sinds enkele jaren bevriend was. Van Doren en Verstraeten hadden elkaar vermoedelijk voor het eerst in Genk ontmoet. Edmond Verstraeten was in 1891 begonnen als enige nieuwe leerling in de klas van Joseph Coosemans aan het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten in Antwerpen. Hij belandde, zoals vele anderen (waaronder Armand Maclot), in diens spoor in Genk. In dezelfde periode had ook de jonge Emile Van Doren, toen nog student aan de Académie des Beaux-Arts in Brussel, voor het eerst zijn schildersezel in Genk opgezet.

Op een groepsfoto uit de collectie van het Emile Van Dorenmuseum (gemaakt voor het toenmalige stationsgebouw van Genk, gelegen op de plek waar vandaag de bussen halt houden aan Shopping 1) zitten beide kunstenaars naast elkaar: Edmond Verstraeten, op de leuning van de bank en met een sigaretje in de hand, uiterst links, en rechts van hem, Emile Van Doren. De foto kunnen we dateren ca. 1895.

Van Doren schatte het kleine paneel van Verstraeten dat we hier tonen hoog in. Hij gaf het werk een prominente plek in de inkomhal van villa Le Coin Perdu, naast een portret dat een andere vriend van de familie, Herman Richir, van Cidonie Raikem had gemaakt. Op de foto waar het gezin Van Doren-Raikem poseert in deze inkomhal zien we het werk hangen, achter het hoofd van Fanny.

Het artistieke talent van de jonge Edmond Verstraeten was al snel duidelijk en het was landschapschilder Franz Courtens die hem naar het NHISK in Antwerpen stuurde. En van daar uit werd hij gestuurd naar Genk en zijn landschap om zich te vervolmaken als kunstenaar. Na zijn studietijd vond Verstraeten in Emile Claus een nieuw voorbeeld. Hij evolueerde naar een eigen stijl, met invloeden van het impressionisme, luminisme en pointillisme, altijd in een kleurrijk palet. Zijn geliefde geboortestreek in en rond Waasmunster, waar hij zijn eigen aards paradijs De Dommel uitgebouwd had, werd het belangrijkste onderwerp in zijn vaak monumentale doeken, waarin het spel tussen kleur en licht centraal staan.